vrijdag 12 december 2008

Meeps

Watte? Nou meeps. Hoezo, wat bedoel je? Dat rare woord ken ik niet.
Een meeps meisje. Ik voel me wat meeps. Ja da's vreemd hè. Meeps gebruiken wij niet meer. Een woord uit vervlogen tijden. Wanneer was het wel in zwang, meeps? Nou ik denk zo in de 17e eeuw. De tijd van Vondel, Hooft, Huygens en Bredero.

'Mijn lief, mijn lief, mijn lief; soo sprack mijn lief mij toe,
Dewijl mijn lippen op haer lieve lipjes weiden'
Dit sonnet schreef Pieter Corneliszoon Hooft ooit voor zijn geliefde. Ah hoe schoon en ontroerend. T is altijd een van lievelingsgedichten geweest. Prachtig.
Toch vind ik veel teksten uit die tijd niet te pruimen. Waarom niet? Vooral vanwege de spelling die het ingewikkeld maakt om sommige teksten echt goed te begrijpen. Dat is jammer want zo gaat er veel moois verloren. Maar niet getreurd meestal is er wel ergens een bewerking te vinden in moderner Nederlands.
Door de eeuwen heen is niet alleen de spelling veranderd maar ook zijn woorden in de vergetelheid geraakt. Zoals bij meeps gebeurd is.
Een meeps meisje is een ziekelijk, zwak meisje.
Tis maar dat je het weet. T meepse meisje was altoos een beetje pips.

Mijn bron in deze was Vingers van marsepein van Rascha Peper.
"Met de dood van haar dochters had ze zich allang verzoend, maar nu moest dit meepse wichtje haar niet ontvallen."

Geen opmerkingen: